Selecteer een pagina

NETWERKPSYCHIATRIE: HET BEGIN VAN EEN ANTWOORD OP COMPLEXE PROBLEMATIEK VOOR MENSEN MET CHRONISCH PSYCHISCHE AANDOENINGEN

20 april 2020 bonouvri01 Netwerkpsychiatrie

Op 14 april 2020 rapporteerde Skipr: ‘Ambulante ggz mist samenhang en ambitie. Ondanks alle inspanningen ontbreekt het de ambulante ggz nog steeds aan samenhang en continuïteit. Dat stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in het recente rapport ‘Meer samenhang en continuïteit in zorg nodig voor mensen met chronisch psychische aandoeningen. Deze cliënten, de meest kwetsbare groep in de ggz, lopen hierdoor nog steeds risico’s’.

Als behandelaars en onderzoekers in de ggz voor mensen met ernstige psychische aandoeningen zijn we de inspectie dankbaar voor haar analyse en herkennen wij de conclusies. We werken graag samen aan het formuleren van oplossingen. Een belangrijke oplossingsrichting is het werken en denken in netwerken, zoals ook door inspectie benoemd. Dit gebeurt dagelijks in de verschillende zogenaamde FACT-teams van de ggz. Dit zijn multidisciplinaire teams met een vrijwel landelijke dekking. Deze teams werken, samen met andere teams in de ggz, hard aan samenhang en continuïteit in de zorg. Echter, deze teams hebben onvoldoende capaciteit en de samenwerking met het sociaal domein kan beter. Ook de pioniers van de samenwerking tussen FACT-teams en sociale wijkteams op diverse plaatsen in Nederland, ervaren hoe moeilijk dit in de praktijk te realiseren is.

Om de kennis en praktijk rond samenwerking te bevorderen verschijnt (in het najaar) ons boek over netwerkpsychiatrie. De term netwerkpsychiatrie doet wellicht vermoeden dat netwerken in het ggz/medisch domein gezocht moeten worden. Het tegendeel is echter de bedoeling. Goede netwerkpsychiatrie omvat noodzakelijkerwijs het ggz/medisch domein en het sociaal domein, maar richt zich vooral op mensen met psychische aandoeningen.

De oplossingsrichting die wij voorstellen betreft het organiseren van de behandeling en de zorg in de directe omgeving van de cliënt en diens naasten. Dat klinkt misschien niet als totaal nieuwe oplossing, maar het gebeurt onvoldoende en niet systematisch. De mogelijkheden die dit biedt, komen hierdoor onvoldoende tot hun recht.

Hulpverleners uit de ggz/medisch domein en professionals uit het sociale domein vormen een cirkel (netwerk op microniveau) om de cliënt en zijn betrokkenen heen, waarbij de patiënt zoveel mogelijk de regie voert over de behandeling. Deze hulpverleners staan met elkaar in contact in het (digitale) bijzijn van de patiënt, waardoor privacyproblemen worden voorkómen.

Terecht signaleert de IGJ dat systeemproblemen een dergelijke netwerksamenwerking in de weg staan. Maar we kunnen niet wachten totdat die zijn opgelost. Financieringsschotten zijn hinderlijk, maar hoeven deze microsamenwerking niet in de weg te staan. Natuurlijk helpt het wel wanneer instellingen, verzekeraars en gemeenten deze vormen van samenwerking op het niveau van de cliënt en de betrokkenen om hen heen faciliteren (netwerksamenwerking op meso- en macroniveau).

Samenwerking is een proces tussen mensen en kan het beste gebeuren in de directe leefsituatie van de cliënt. Samenwerkingsafspraken tussen voorzieningen zijn niet voldoende om samenwerking op microniveau te borgen: het is aan de hulpverleners zelf om dit samen met hun cliënten en naasten te organiseren. Bij opnames in de ggz, en bij afschaling van specialistische ggz naar de huisarts kan het netwerk blijven bestaan.

In de afgelopen weken hebben we kunnen zien hoe onder druk van de COVID-19 crisis wordt samengewerkt. Er wordt noodzaak gevoeld om ondanks de formele restricties cliënten niet aan hun lot over te laten. Dat is wellicht een opmaat voor een netwerkpsychiatrie zoals boven geschetst.

Dit alles vergt een domein-overstijgende pro-actieve samenwerkingsattitude van hulpverleners, steeds in nauwe samenspraak met de cliënt. Het is aan instellingen, verzekeraars en gemeenten om regionale netwerken en professionals hierin te faciliteren. Zo kunnen lerende netwerken ontstaan die aansluiten bij behoeftes van cliënten en hun naasten en continuïteit van zorg mogelijk maken.

Prof.dr. Niels Mulder, psychiater Parnassiagroep en hoogleraar OGGz Erasmus MC

Prof.dr. H. Kroon, psycholoog en hoogleraar ambulantisering, Trimbos instituut.

Drs. M. Hilwig, manager zorg en psychiater FACT-team Mondriaan

Prof.dr. P. Delespaul, klinisch psycholoog Mondriaan en hoogleraar innovatie in de ggz, Universiteit van Maastricht