Door Philippe Delespaul
In Nederland is bij het College voor Rechten van de Mens een zaak ingeleid over de vraag of de hulpverlener een patiënt voor een geïndiceerde therapie, maar omwille van comorbide psychose, mocht weigeren. Het verzoek werd ingeleid in het kader van de Conventie voor de Rechten van Personen met de Handicap (CRPD), de bijlage aan het universele mensenrechtenverdrag van de VN voor mensen met belemmeringen.
Vooreerst oordeelt het College dat de psychosegevoeligheid van betrokkene wel degelijk een handicap is. Dit was een punt omdat de instelling die de behandeling geweigerd had zich verdedigde met het argument dat de CRPD-wetgeving niet van toepassing is, zolang de onbehandelbaarheid (geen ziekte, maar handicap) niet was aangetoond. Voor het College is de CRPD dus gewoon van toepassing. Het College stelt vast dat voor iedereen met een psychische kwetsbaarheid de bijzondere bescherming onder de CRPD van toepassing is. Een belangrijke uitspraak!
Lees verder